ARTICULATIE
Articuleren is: het stemgeluid dat uit je keel komt vervormen tot klanken en woorden en zinnen... Als je slecht articuleert kan niemand je verstaan. Dus zorg dat je te horen bent: oefenen maar!
pa pa pa - pe pe pe - pi pi pi - po po po - pu pu pu - peu peu peu
taa ta - taa ta - taa ta - taa ta
too to - too to - too to - too to
tuut tu - tuu tu - tuu tu - tuu tu
buu beu, duu deu, fuu feu, kuu keu, luu leu,
muu meu, nuu neu, ruu reu, suu sue, tuu teu,
puu peu, vuu veu, wuu weu, zuu zeu
aat oot eet uut aam oom eem uum aap oop eep uup
aar oor eer uur aas oos ees uus aal ool eel uul
too toe too toe tookootookootoetoe
taa toe taa toe taakaataakaatoetoe
paa poo paa poo paa pie puu pee
poe poo poe poo poe peu pie pee
piederie piedera piederoesasa (x3)
pamper pimper pomper pamp
pamper de pimper de pomper de pamp
kipper kopper kapper kap
kipper de kopper de kapper de kap
lamper limper lomper lamp
lamper de limper de lomper de lamp
tipper topper tapper tap
tipper de topper de tapper de tap
pannekoeken bakken 3x
kale katten kopen 3x
de bibbelebomse berg 3x
1.
piepende poppen
pikkende kippen
potten en pannen
banden binden
boete doen op boetedag
bovenste beste pannenkoeken bakken
binnenste buiten bokkenpoten
de biezen pakken
kapotte poppenkoppen
2.
voortreffelijke bloemlezing
nauwgezette plichtsbetrachting
beste bananen
beide benen buigen
ratelende donderslagen
telefonische verbindingen
schattige streepjespatronen
kriebelende muskieten
de druiven zorgvuldig krenten
3.
belangrijke bijzonderheden
voortreffelijke literatuur
een applaudisserend publiek
klepperen met de lippen
wissewasjes weten
pokkenepidemie
identiteitspapieren
4.
tabletten chocolade
met proppen papier smijten
koninklijke buitenverblijven
totalitaire staten
ratelende donderslagen
weten te geven en te nemen
beduimelde dagbladen
5.
Sjaak de slimme slager
per petroleumtankschip
de bloeiende perenboom
telefonische verschijnselen
kapotte kousen
tintelende tenen
loeiende koeien
parallellepipedum
de kapitein van de pakketboot
6.
katoenen badpakken
beetje bij beetje
boter bij de vis
tentententoonstelling
puntig parmantig praten
buitengewone bedrijvigheid
paraplukoopman
pelotonscommandant
bij de pinken zijn
Ik zag laatst een akster takster fakster fidriakster.
Toen zei ik tegen moeder oeder foeder fidrioeder:
"Kan die akster takster fakster fidriakster ook praten?"
"Neen! ", zei moeder oeder foeder fidrioeder,
"akster takster fakster fidriakster kan niet praten".
Toen nam ik een stok ok fok fidriok,
en sloeg daarmee akster takster fakster fidriakster zo op zijn kop,
dat die stok ok fok fidriok in drie stukken brak.
Dames en heren, luister naar dit lied, het is prettig om te leren
en wie het kent, vergeet het niet. Een paard met een baard,
een pad in een bad, een pauw in een bouw,
van een pang word ik bang en de pest is niet best.
Die beer eet een peer, en de pier drinkt bier en de piet eet biet.
Van die bakken mag je pakken en daarbinnen liggen pinnen
Een peuk tegen een beuk en een pet in een bed.
Of een bij met een pij en een bek vol pek.
Doe die bek er dan af want ik ben bekaf
Het tonnetje rolt, het rolt en rolt;
het tonnetje moet naar de kuiper. En morgen in de zonneschijn moet het tonnetje klaar zijn.
Om 6 uur is ze opgestaan, de oude moeder Lindenlaan;
om 7 uur schraapt ze peentjes,
dat doet ze heel alleentjes;
om 8 uur maakt ze koffie klaar:
de hele kamer ruikt ernaar;
om 9 uur gaat ze naar de schuur
en maakt ze een praatje met de buur;
om 10 uur hakt ze gauwtjes
een hele mand met houtjes;
en loopt het tegen 11 uur,
dan zet ze het eten op het vuur;
om 12 uur is het eten gaar
en maakt ze vlug de tafel klaar:
peen met peulen, vis met roet, wat smaakt het eten goed.
da me ni po tu la be da me ni po tu la be da me ni
De smid hitter de fit had een kat hatter de fat en de kat hatter de fat haar poot hoter de foot was uit het gelid hitter de fit.
Tikke klets tikke klets
Tikke tikke klets
Hoe haa hoe haa
Tippe tappe tippe tappe
Tippe tappe top
Tippe tappe tippe tappe
Tippe tappe top
Tie taa tovenaar
Tie taa tovenaar
Danneran
Denneren
Dunnerun
donneron
hoe haa hoe haa
tikke takke tikke takke
tik tak tok
likke lakke likke lakke
lik lak lok
pikke pakke pikke pakke
pik pak pok
sikke sakke sikke sakke
sik sak sok
hoe haa hoi
Dit is pippe-peppe-pop,
pippe-peppe-pop,pippe-peppe-pippe-peppe-pippe- peppe-pop!
Hij eet enkel bloempotten, gordijnen en volle vuilnisbakken.
Hij is verdrietig: pippe-peppe-pop,
pippe-peppe-pop,
pippe-peppe-pippe-peppe-pippe-peppe-pop…
Hij is heel erg boos: pippe-peppe-pop, pippe-peppe-pop, pippe-peppe-pippe-peppe-pippe-peppe-pop!
Hij is gehaast!: pippe-peppe-pop, pippe-peppe-pop, pippe-peppe-pippe-peppe-pippe-peppe-pop!
Hij is bang: p p pip p p pep p p pop
p p pip p p pep p p pop
p p pip p p pep p p pop…
Hij is grappig: poepe, pappe, poepe, pop
poepe, pappe, poepe, pop
poepe, pappe, poepe, pappe, poepe pappe pop
Hij is doodmoe: pip pe pep pe pop, pip pe pep pe pop,
Pip pe pep pe pip pe pep pe pip pe pep pe pop!
Hij springt als een haas:
pippe-peppe-pop, pippe-peppe-pop,
pippe-peppe-pippe-peppe-pippe-peppe-pop!
Met zijn tweelingbroer danst hij de pippe-peppe-dans!
Pippe peppe pop
Pippe peppe pop
Pippe peppe pippe peppe
pippe peppe pop
Biebe boebe bab
Biebe boebe bab
Biebe boebe biebe boebe
biebe boebe bab
achterlijke achteruitkijkspiegel
blauwgeruite blaaskaak
chronische carnavalsfiguur
driedubbelovergehaalde driekusman
ebbehouten ezelsveulen
flodderige frikadel
geiteharen geurverdrijver
hopeloze hoelahoep
ingedikte inmaakaardbei
jammerlijke jujube
kaalgevreten koekeloeris
liederlijke leuterkous
matgeverfde mafkees
naaktgeboren natnek
opgepoetste opelkadet
protserige putjesschepper
querulante quibus
roodaangelopen racekikker
stukgereden steenezel
tweedehandse tweezitsbank
uitgekookte uitvreter
vegetarische vleescroquet
waardeloze wegwerpaansteker
x-benige xylofoonklopper
yemenese yoghurttoet
zachtzure zeeëgel
Achtentachtig achterdochtige doktersdochters
Achtentachtig kacheltjes.
Achtentachtig prachtige grachten.
Achter de Roomse kerk hangen drie droge doeken.
Achter grootmoeders hutje groeien zeven krootjes op een kluitje.
Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna.
Als een potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol potvispis.
Als in Graven graven gravengraven graven, graven graven gravengraven.
Als jouw tekkel mijn tekkel tackelt, tackelt mijn tekkel jouw tekkel terug.
Als vliegen vliegen en bijen vrijen, vliegen de vliegen de vrijende bijen vliegensvlug voorbij.
Apen apen apen altijd na.
Arbeid adelt, maar adel arbeidt niet.
Avonturen in avonduren.
Bram de brave broer van breiende brauwende Brielse Brechtje,
bracht in zijn bronsbruin broekje een bril en een brandbrief
en een gebroken brokje bros bruin brood
over de brede brug naar Breukelen.
De kat krabt de krullen van de trap.
De knappe knecht van de knappe kapper
knipt en kapt nog knapper dan de knappe kapper knipt en kapt.
De knecht snijdt recht en de meid snijdt scheef.
De koetsier poetst de wielen van de postkoets.
De meid sneed zeven scheve sneden brood.
De koetsier poetst de postkoets met de postkoetspoets.
De postkoetskoetsier poetst de postkoets met postkoetspoets op een postkoetspoetsdoek.
De slome slak eet slappe sla.
De venter ging naar Deventer, toen was de vent er.
De vlieg en het paard zagen het vliegende paard.
De vliegende vieze vis vliegt de vogel achterna.
De whisky-mixer mixt de mix-whisky in de whisky-mixer.
Drie dikke domme dames dachten dat dromedarissen dagelijks drieduizend deciliter druivensap dronken.
Drie dikke drilboren drillen door drie dikke deuren.
Driehonderd drieëndertig roodgerokte en bruingebroekte ruitertjes rijden rond de wereldberoemde berg Ararat.
Drink geen vermouth als je vermoedt dat je nog ver moet.
Een pet met een platte klep is een platte kleppet.
Er schreed een snip over ’t schip,
die sneed met zijn bek ’t spek van ’t spit.
Wie zag er ooit een snip schrijden e
n met zijn bek ’t spek van ’t spit snijden,
zoals deze snip deed,
die over het schip schreed
en met zijn bek ’t spek van ’t spit sneed.
Er waren eens twee nachtwachten,
een voor-middernacht-nachtwacht en een na-middernacht-nachtwacht.
De voor-middernacht-nachtwacht zei tegen de na-middernacht-nachtwacht:
“Als jij de voor-middernacht-nachtwacht waakt, waak ik de na-middernacht-nachtwacht.”
“oke” zei de na-middernacht-nachtwacht tegen de voor-middernacht-nachtwacht
“Ik waak de voor-middernacht-nachtwacht en dan waak jij de na-middernacht-nachtwacht.”
Zo kwam het dat de voor-middernacht-nachtwacht
de na-middernacht-nachtwacht waakte
en de na-middernacht-nachtwacht de voor-middernacht-nachtwacht waakte.
Er was eens een meisje, dat heette Barbara.
Barbara had een groentenwinkel en verkocht rabarber.
Daarom noemden alle mensen dat meisje: Rabarber-barbara.
Later begon Barbara een cafe met een bar.
Op het raam stond: Rabarber-barbara-bar.
Daar kwamen wilde mannen op bezoek, echte barbaren:
de Rabarber-barbara-bar-barbaren.
O, wat hadden die mannen lange baarden!
Die baarden noemden ze: Rabarber-barbara-bar-barbaren-baarden.
En de barbier die die lange baarden moest knippen was de: Rabarber-barbara-bar-barbaren-baarden-barbier!
Frans zei tegen Frans in het Frans: “Is Frans in het Frans Frans?”
“Nee””, zei Frans tegen Frans in het Frans,
“Frans in het Frans is niet Frans, Frans in het Frans is François.”
Gedroogstoomde Noord-Poolse scholkoolstoofschotel
Gisteren heb ik achtentachtig kacheltjes verkocht.
Gooi geen groene groenten in de grote gracht.
Hoor de kleine klompjes klepperen op de klinkers.
Hottentotten-soldaten-tenten-tentoonstellings-terrein
Hotten-totten-tenten-bouw-tentoonstellings-terrein- afsluitings-materialen-voorraads-verzendingskosten-berekenings-staten-administratie-boekhoudkundige
Ik lag op haar schoot, en viel in slaap. Ik lag op haar, schoot, en viel in slaap.
Ik mix whisky in de whisky mixer.
Ik zag de zon in de Zuiderzee zinken.
Ik zag twee vliegen vliegen, ze vlogen onder de deur deur, over de weg weg.
Ik zou jou wel eens hebben willen zien durven blijven staan kijken!
Ingele mingele mangele motje kaatse kietse kotje moore?
Jan Janssens zal s’ avonds Sjakie slapen leggen.
Jeukt jouw jeukende neus ook zo als mijn jeukende neus jeukt?
Kapper Knap, de knappe kapper,
knipt en kapt heel knap,
maar de knecht van kapper Knap,
de knappe kapper, knipt en kapt nog knapper dan kapper Knap,
de knappe kapper.
Knappe kappers kappen knap, maar de knecht van de knappe kapper kapt nog knapper dan de knappe kapper kappen kan.
Koetspoets koop je in de postkoetskoetspoetswinkel
Kraaieneieren
Kriegelig kocht Krelis kilo’s kruimige krieltjes.
Langs de koele kali liep een kale koeli met een kilo kali op zijn kale koeli-kop.
Leentje leerde Lotje lopen op de lange Lindelaan. Maar omdat Lotje niet wilde lopen liet Leentje Lotje staan.
Lekker-ker-ker-ker-ker-ker
Meisje met je mooie mondje moet je met je maatje mee?
Mientje Mandemakers’ mooiste meisje maakte mutsjes met moeders mooiste machientje.
Moeder sneed zeven scheve sneden brood.
Nelli plaatst op ’n parterretrap ’n pot staalpillen.
Onder de afwas viel de asbak in de afwasbak.
Papa bukt zich en pakt de platte blauwe bakpan.
Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.
plak bakbloedworst
Roverovervallen vallen overal voor.
Het valt voor dat bij een roveroverval een rover voorover over een roverval valt.
Maar een rover heeft het er wel voor over om bij een roveroverval
voorover over een roverval te vallen.
Want voor een rover schiet er bij een roveroverval altijd wel wat over!
Slimme Sjaantje sloeg de slome slager.
Staat vandaag advocaattaart op de kaart? Nee. Pas in maart staat advocaattaart op de kaart.
To en Tom aten tomaten, Tom at en To vrat.
Vaders vader vond vier vuile vesten van vier vuile venten.
Vissers die vissen naar vissen en vissers die vissen die vangen vaak bot. De vissen waar de vissende vissers naar vissen, vinden vissers die vissen vervelend en rot!
Wat een weer weer zei de wasvrouw die aan de was was.
Wat een weer weer. Je waait haast van de weg weg. Je kunt beter in het magazijn zijn, met een doosje aardbeien bij je.
Wie niets weet en weet dat hij niets weet weet veel meer dan iemand die niets weet en niet weet dat hij niets weet.
Wie weet waar Willem Wever woont?
Willem Wever woont in Westwoud.
Wie weet wat Willem Wever weeft?
Willem Wever weeft warme wollen witte winterwanden.
Wie weet waar Willem Wever woont?
Willem Wever woont wijd weg.
Wie weet wat Willem Wever weeft?
Willem Wever weeft witte wollen winterwanten.
Wie weet waar Willem Wouters woont?
Willem Wouters woont wijd weg.
Waar westerse wilden wonen, woont Willem Wouters.
Wij smachten naar achtentachtig prachtige nachten bij achtentachtig prachtige grachten.
Wij wijze wasvrouwen wilden weer wassen wanneer wij wisten waar weer warm water was.
Wij willen Willem weg. Wil Willem wijzer worden wij willen Willem weer.
Zeven zwarte Zomergemse zangers zwommen zomaar zeven zomerse zondagen zonder zwembroek. “Zij zijn zeker zot” zei Zwarte Zulma, “zomaar zwemmen zonder zwembroek, ze zullen zeker ziek zijn”.
Zij lieten mij naar Hinnelopen lopen terwijl ik naar Wou wou.
Als kakkerlakken in kattenbakken kakken, kan je bakken kakkerlakkenkak pakken.
De letter AAA
Met de A begint alles
Met de A begint het allemaal
A van arend en van aap
Van appelmoes en schaap
In mama zit tweemaal A
In papa zit tweemaal A
Zoveel mooie woorden met een A
Ook in lalalala zit een A
Aaaaa aaaaa aaaaa aaaa
Met de A begint alles
Met de A begin het allemaal
A van ja da’s waar
A staat als eerste klaas
In mama zit tweemaal A
In papa zit tweemaal A
Zoveel mooie woorden met een A
Ook in lalala zit een A
Aaaaaaa aaaaaa aaaaa aaaaa
De letter EEE
He, he, he, …
Zo veelzijdig is de E
Iedereen neemt haar graag mee
Zie ze drinken van haar thee
He he !
Ze heeft een villaatje aan zee
Als E wandelt, gaan we mee
Iedereen houdt van de E
He he !
Met de E zeg je nee
Of net zo goed oké
De E is populair
Ze reist overal mee
In zoveel woorden zit een E
Elementair en elegant,
Exquisiet, extravagant
Maar ook simpelweg in
één plus één is twee
Elastiek en eikenhout
Energiek voor jong en oud
Werkelijk iedereen is stapelgek van E
De letter I I I
De mooiste letter van het alfabet ben ik.
De letter i met een puntje of een stip.
Je hoort me overal, ik zit op elke lip
De mooiste letter van het alfabet ben ik.
Je ziet me in een boek of in een strip
En als je lacht, hi hi hi hi, ja, dat ben ik
Een streepje en een stip, ik zit op elke lip
In het bijzonder bij iemand met de hik
De letter O O O
O, zo mooi, O, zo mooi
De ring rond je vinger is een O
Je ziet hem mooi blinken
Je zegt: O, o, o, o
O, zo mooi O, zo mooi
Twee tortelduifjes samen onderweg
Zoveel moois voor ons weggelegd
O, zo mooi, O, zo mooi
Mijn armen om je heen maken een O
Ik neem je mee naar Rome
Stad van duizend dromen
Dat wil ik je tonen
Want jij bent toch zo mooi, zo mooi
O, zo mooi
De letter U U U
Tuut zegt de auto met een U
En de U zit in de auto na de A
Trulala
Met de U begint een uur
De U zit ook in vuur
Ja, de U beleeft wel vaak een avontuur
U is beleefd, U is voornaam
U heeft een strikje of een stropdas aan
U keert terug, u keert zich om
U is een rechte lijn, maar dan krom
Oefeningen op tweeklanken
Een huis met een tuintje. Gebruik de juiste uitdrukking.
Snuif de zuivere buitenlucht. Die jongelui zijn vuil en kuieren vuil in de tuin.
In de kruidtuin vindt men duizenden planten en struiken.
Beschuit met bruine suiker.
De duiven huizen huiverig in de kruinen.
Een duidelijke, zuivere uitspraak.
Wuivende struiken suizen buiten.
Trui stond luid te huilen.
In de tuin staan spruiten en uien.
Die guit heeft een vuile snuit.
Buiten met dat vuile gespuis.
Kijvend en dreigend drijven ze de schapen uit de wei.
De leider heeft ongetwijfeld gelijk.
Weinig schrijvers hebben nog hun eigen stijl. Het einde der tijden lijkt nabij.
Zij zwijgen uit beleefdheid. Jij krijgt er een aardbei bij.
Evenwijdige lijnen snijden elkaar in het oneindige.
Marijke vrijde met een reiziger op een klein pleintje.
Haar nijdig gekeif is weid en zijd verbreid. Zij aan zij stonden wij in de wei.
De grijze ogen van het kleine meisje waren ijzig. Thijs had spijt van zijn ijzig gekrijs.
Op de geitenweide staan vijf geiten.
In die kou ben je gauw verkouden. Een oud gebouw met een grauwe gevel.
Hij wou die auto niet langer houden.
De ouders van het stoute kind waren zelf onbehouwen lieden.
De mouwen van jouw blauwe jurk moet je wat vernauwen.
Laura houdt van grauwe erwten met saus.
De oude vrouw rilt van de kou. Jij houdt die bout fout vast.
Paul en Wouter klauterden op oude gebouwen.
Die nauwe mouwen passen niet om mijn schouder.
Ik hou niet van jou, snauwde de vrouw.
Het vrouwtje heeft alle vertrouwen in de paus behouden.
Die blauwe pauw is stokoud. Hij dook gauw in het lauwe water.
Het meisje eet een ijsje.
Het meisje eet een appel.
De slager snijdt de worst.
De jongen plukt kersen.
De jongen plukt een appel.
Het meisje trekt haar jas aan.
De man zit op het bed.
De man zit op de stoel.
Het gezin steekt de straat over.
De man draagt de ladder.
De man draagt de koffer.
Het meisje duikt in het zwembad.
De man staat op de steiger.
De man staat op de trap.
De vrouw borstelt de jas.
De man schrijft op het blocnote.
De man schrijft op het bord.
De vrouw stopt de brief in de envelop.
Het meisje neemt een worstje.
Het meisje neemt een stuk cake.
Opa gaat op de stoel zitten.
De man eet soep.
De man eet vis.
Oma schilt een appel.
De man zit op de bank.
De man zit in de wachtkamer.
Het gezin wast de auto.
Het meisje staat voor de spiegel.
Het meisje staat voor de deur.
De man zit in de wachtkamer.
De verpleegster verzorgt de jongen.
De verpleegster verzorgt het meisje.
Het kind kleedt de pop uit.
De ladder staat tegen het huis.
De ladder staat tegen de boom.
De zonnebloem groeit tegen het hek.
De vrouw koopt groente.
De vrouw koopt parfum.
De jongen vindt een gulden op straat.
De vrouw kamt de klant.
De vrouw kamt haar haren.
De jongen kijkt in de spiegel.
De vrouw staat bij de kassa.
De vrouw staat bij de fruitkraam.
De bakker bakt het brood.
De man drinkt een kop koffie.
De man drinkt een glas wijn.
De vrouw stofzuigt het tapijt.
Het meisje zit op de grond.
Het meisje zit in het bad.
De jongen verbindt zijn hand.
Er was eens een Kraai
De kraai was ondeugend geweest
Hij had een stuk Kaas gestolen.
Kraaien houden van kaas. Kraaien zijn gek op kaas.
De kraai vloog met de kaas in een boom.
De kraai ging op een tak zitten.
Er kwam een vos voorbij lopen.
De vos was jaloers op de kraai.
De vos wilde graag zelf de kaas hebben.
De vos dacht: "Ik moet die kaas hebben!"
Een vos is een slim dier.
De vos is een slimme rakker.
Deze vos was ook erg slim.
Hij ging met de kraai praten.
De vos is een slim dier.
De kraai is een ijdele vogel.
De vos wist dat heel goed. Hij vleide de kraai.
"Wat bent U mooi, mevrouw Kraai!
Ik heb nooit geweten, dat U zo mooi was!
Ik ontdek nu pas, hoe mooi U bent! Wat hebt U mooie ogen!
Wat hebt U een mooie, zwarte mantel aan!
Hij glinstert in het zonnelicht!
De domme oude kraai luisterde naar de vos.
De oude kraai was gevleid.
Hij draaide in het rond.
Hij liet z'n ogen rollen.
Hij liet zijn mooie veren goed zien.
De slimme vos zag dat wel.
Toen zei hij: "Kunt U ook zingen?"
Ik wil U graag eens horen zingen!
U zult wel mooi kunnen zingen!
U zult wel een mooie stem hebben!
Natuurlijk kunt U mooi zingen!
U heeft vast en zeker de mooiste stem van alle vogels!
Zing alstublieft voor mij!
Al was het maar één lied!
De kraai liep er in.
De kraai begon te zingen. Kra, kra, kra!
Botsende postbodes
Een karaktervolle karaktertrek
Kreukelige keukenkasten
Plakkerige plakpotjes
Knappende koekjes
isKakelende kippen
Rommelende donder
Kapotte koekenpan
'n Puntig potlood
Breekbare bottige baasjes
Spruitige spruiten
Kakelende kakatoe
Sappige sinaasappel
Plumpudding
Dikke deken
Kletterende tetteraars
Pratende paarden
Kreukende kriebelkleren
Theo tilt de tafel op
Dubieuze debiteuren
Vluchtende vleugels
De kapper kapte Karel kort
Varkensveevervoer
Pientere pietermannen
Pittige pepernoten
Pruttelende puffende potkachels
"n Pakkende pakkerd
Toptafeltennistoernooi
'n Piekerende peinzende piekeraar
Kloeke kakelkippen
Piepende krakelige krakdeuren
Biddende prevelende paters
Gebrilde Bram en besnorde Sjan
Treiterende Thea en treuzelende Tinus
"n murmelende morsige moeder
Protserige priemende Peter
Sprankelende sproet
"n Zonnige zinderende zomerdag
Krakende kastanjehouten kast
Gekrulde kippenkoppen
Bubbelende bellen
Gillende gonzende gekken
Luierende kakkerlakken
Sissende sluipende slangen
Koppige tortelduiven
Kleverige kauwgom
Pipse paperclips
Tuttelende tantes
Paarse pimpernel
Klapperende tanden
Brandende braamstruik
Krabbende katten
Dolle dwaze dagen
Kleuterig geleuter
Klepperende klepels
Prikkende pinnen
Witte wollige wanten
Krakende takken
Klingelende bellen
Blinkende blikken
Kietelende kippenveren
Grappige grollen
Kleurende kleuters
Krappe minibikini's
Kalende knippende kapper
Fietsende flitsende feestneus
Ruwe rossende rakkers
Stotterende stamelende stakker
Pik-pak-knoopjes
Kalende kauwende kamelen
Popelende peutertjes
Babbelende bazige besjes
Zuchtende zusters zingen gezangen
Koffie met koekjes
Wapperende witte wimpels
Tingelende belletjes
Kriebelende krabbelende kruimeltjes
Blaffende blinkende keffers
Studerende stoempende studenten
Krokante krakelingen
Brigitte Bardot
Taken terug trekken
Welige waterige weilanden
Tikkende klokken