Speelstijlen acteermethodes

Acteren: volgens sommigen bestaat de acteerkunst al sinds de mens kan liegen om er zelf beter van te worden. Oké, misschien een beetje cynisch... Maar hoe evolueert een ambacht dat werd gehaat door de Griekse filosofen, tot een kunstvorm waar mensen alles voor opgeven, waar ze zelfs hun hele leven aan willen wijden? En hoe zal de kunst van het acteren verder in de toekomst evolueren?

Dit is een zeer onvolledige poging om de geschiedenis van het ‘acteren’ in kaart te brengen.

We springen in de tele-tijdsmachine en keren terug naar Griekenland, 534 voor Christus. In die tijd wordt Thespis algemeen beschouwd als de eerste ‘acteur’, oftewel iemand die officieel op het podium een ander karakter vertolkt dan hijzelf.

Hoewel we nu nog steeds toneelstukken uit die tijd opvoeren – werken van Aeschylus, Sophocles en Euripides - werden ‘acteurs’ toen eerder scheef bekeken. Acteurs bekleedden ongeveer dezelfde sociale positie als de beoefenaars van ‘het oudste beroep ter wereld’. Al genoten die laatste misschien nog iets meer aanzien omdat ze tenminste eerlijk waren.

Filosofen als Socrates en Plato haatten acteurs juist omdat ze veel te overtuigend de realiteit imiteerden en valse emoties projecteerden.

Hun leerling, Aristoteles echter geloofde dat drama een hulpmiddel kon zijn voor echte mensen om in contact te komen met hun eigen echte emoties. Acteurs konden volgens hem waarheden overbrengen. Aristoteles definieerde een toneelstuk onder meer als ‘een nabootsing van een handeling en niet de handeling zelf.’ En dankzij Aristoteles kregen acteurs toch een beetje respect tot ongeveer 476 na Christus..

Na de val van het Romeinse Rijk werd de traditie van het theater helemaal stopgezet. Ze hadden betere dingen te doen: namelijk mekaar afslachten in de naam van God of sterven aan plagen die God hun had gestuurd.

Het theater stond op een laag pitje. Hoewel er gedurende de ‘donkere eeuwen’, van de 6de tot de 14de eeuw nog wel interessante theatrale ontwikkelingen waren in het Byzantijnse rijk, India, China en Japan, leefde het theater pas terug op in de tijd van de Renaissance.

In Italië ontstond de Commedia Dell'arte, theater met maskers en uitgesproken karakter-personages. In Engeland zien we groepen als de Kingsmen, nieuwe theaters verrezen (The Globe) en Shakespeare schreef zijn onsterfelijke werken.

Gedurende zeer lange tijd werden overdreven gedramatiseerde voorstellingen gespeeld, theater was slechts een instrument om de teksten en ideeën van de schrijvers over te brengen.

In het begin van de 20e eeuw, had een Russische theaterleraar, Konstantin Stanislavski een wild idee: in plaats van te zoeken naar een gestileerde  vorm van het menselijk gedrag, moesten acteurs volgens hem proberen te handelen als echte mensen zouden doen.

Deze vernieuwde zienswijze zou leiden tot wat wij nu beschouwen als het ‘hedendaagse’ acteren.

Stanislavsky ontwierp zelfs een heel eigen werkwijze met oefeningen en richtlijnen om acteurs op te leiden en te trainen om het innerlijke, emotionele leven van personages te doorgronden.

Voor Stanislavsky waren de geschreven lijnen van een personage slechts het topje van de ijsberg, niet noordzakelijk representatief voor het hele scala van emoties dat eronder ligt. Logisch, als je bedenkt, dat wat wij zeggen in ons dagdagelijkse leven, zelden een juiste afspiegeling is van wat we allemaal denken en voelen. Hij verkoos om de ‘regie’ zoveel mogelijk uit te stellen en de artistieke visie van een produktie organisch te ontwikkelen.

Zijn belangrijkste student, Michail Tsjechov, voegde nog een andere dimensie aan zijn methode toe: het psychologische gebaar. Volgens Tsjechov onthult een fysieke beweging de ware psychologische toestand van het personage, oftewel: daden spreken luider dan de woorden. Dit betekende dat acteurs niet alleen moesten bestuderen hoe mensen praten, maar ook hun hele fysiek moesten doorgronden.

De acteertechniek van Stanislavsky en Tsjechov focuste meer op het realistisch acteren in het theater. Ook in het medium film, dat in die tijd in zijn kinderschoenen stond, werden meer realistische vertolkingen van de acteurs gevraagd. Zeker na de komst van de geluidsopnames, wat voor de eerste generatie ‘stomme’ filmacteurs een hele omwenteling betekende in de manier van spelen en die voor sommigen ook het einde van hun acteercarrière betekende.

En hoe is de kunst van het acteren geëvolueerd in onze hedendaagse internettijden? Waarbij men meer en meer op zoek gaat naar authenticiteit?

Stanislavski's systeem vond makkelijk zijn weg in de Verenigde Staten, en specifiek in Hollywoodfilms door middel van 3 invloedrijke acteerdocenten: Lee Strasberg, Stella Adler, en Sanford Meisner.


METHOD ACTING DEFINITIE

Wat is methode-acteren?

Method acting is een techniek van acteren waarin een acteur oprechte en emotioneel expressieve uitvoeringen wil aanmoedigen door de rol van het personage volledig te benutten. Het is een emotiegerichte techniek in plaats van klassiek acteren dat vooral actiegericht is. Het werd verder ontwikkeld en in de jaren dertig door Lee Strasberg en Elia Kazan naar Amerikaanse acteerstudio's gebracht.

Konstantin Stanislavski, een Russische acteur en theaterregisseur, vond de techniek begin 1900 uit. Stanislavski noemde het in die tijd niet method acting, maar zijn ideeën creëerden een model om acteurs te helpen geloofwaardige personages te bouwen. Stanislavski's moedigde acteurs aan om te putten uit persoonlijke ervaringen en herinneringen om echte emoties op te wekken en contact te maken met de personages. Dit stond in schril contrast met het meer traditionele, theatrale en klassieke spel van die tijd.

Method acting vs. character acting: Character acting verwijst naar het soort acteren dat excentrieke, gestileerde rollen omvat. Method acting is een realisme-gebaseerde voorbereiding die op alle rollen van toepassing is. Karakteracteurs kunnen de methode acteertechniek gebruiken als onderdeel van hun voorbereiding, maar deze wordt meestal geassocieerd met realistische, dramatische uitvoeringen.

Lee Strasberg heeft de techniek verder ontwikkeld om effectief 'method acting' te creëren. Zijn operatietheorie is dat de acteur het personage moet spelen dat hij of zij speelt, zelfs wanneer hij niet op het podium of voor de camera staat. Dit is de reden waarom veel methode-acteurs weigeren het karakter te breken totdat het filmen voorbij is. De moeite die ze doen om de rol te belichamen, wordt vaak obsessief, met ernstig gewichtsverlies, een verandering in slaapgewoonten en voedingsnormen, en meer.

Beroemde methode-acteurs

Luisteren is kern van acteren, dat weet elke acteur, zelfs als hij dat niet altijd doet. Luisteren is de beste techniek om je in het moment te verankeren.  De acteur die ‘in het moment’ is wekt nieuwsgierigheid en betrokkenheid op bij het publiek. Door de eenvoudige opdracht om te luisteren naar wat je scènepartner zegt richt je je aandacht op de ander. Dit zorgt er ook voor dat je natuurlijk blijft reageren. Acteurs die naar elkaar luisteren beïnvloeden elkaar en creëren daarmee ‘momenten’; die kleine elektrische vonken die de scène tot een interessante gebeurtenis maken. Pas als er tussen de karakters iets gebeurt dat hen raakt of verandert  is er een spannende scène. Je kunt pas geraakt worden door je tegenspeler als je luistert en je laat beïnvloeden.

Natuurlijk kan iedereen luisteren, maar het gaat hier over een speciaal soort luisteren. Je luistert niet alleen naar de woorden maar naar alles. Je staat jezelf toe om de gehele reactie van iemand in je op te nemen. De fysieke reactie, de uitdrukking in de ogen, de expressie van de stem, de inhoud van de woorden, de lichaamsuitdrukking en zelfs iemands geur. Je luistert naar de intentie. Intentie is wat iemand bedoelt te zeggen. Acteurs die naar elkaar luisteren met het oor van hun hart, creëren chemie.

Acteren gaat over het geloofwaardig en boeiend vertellen van een verhaal. De Meisner Acteertechniek legt de nadruk op acteren vanuit contact met de tegenspeler. De kernoefening van Meisner is “de herhaling”. Hiermee bouw je een solide basis om met tekst te werken. Spontaan en levendig.  Je traint om direct en zonder censuur te reageren op je tegenspeler. Dit begint met luisteren. Niet alleen luister je met je oren naar de letterlijke betekenis van de woorden. Ook luister je naar de intentie van je tegenspeler. Wat wil je tegenspeler je duidelijk maken? Je let ook op het non verbale gedrag.

Tegelijkertijd is het van belang om je eigen gevoel toe te laten. Dat je je openstelt voor de ander. Het is goed voor je acteren om te ervaren wat je  tegenspeler bij jou oproept. Zodra dit kwartje valt geef je dit terug aan je tegenspeler. Dit reageren doe je instinctmatig, zonder overwegingen en censuur. Je bent verbonden èn met jezelf èn met de ander. Je weet niet wat er gaat gebeuren maar je staat ‘aan’. Al doende creëer je een geloofwaardig, echt en spannend gesprek in het hier en nu.

Verbeelding

Verbeelding is essentiël voor  acteren. Eén van de belangrijkste momenten in het repetitieproces is wanneer je motortje “aanslaat”. Doordat er zich iets aan je opdringt. Dit ‘iets’ is geen intellectuele kennis, maar je verbeelding die tot leven komt. Waardoor je  zin krijgt om te acteren. Je krijgt zin om het te gaan doen. Dan wordt je actief en creatief, je  bent goud aan het delven. En je hebt maar een beetje nodig. Shakespeare noemt dit,  ‘de droom van een hartstocht’.

Je gebruikt je fantasie om innerlijk in beweging komen. Om ‘warm’ een scène in te stappen.  In de trainingen werken we met een reeks van oefeningen die je helpen om je verbeelding te stimuleren en je creativiteit aan te zwengelen. Je zoekt  vitale beelden die betekenis voor jou, en jou alleen hebben. Dat is het enige dat telt, dat je jezelf beweging weet te brengen. Je verbeelding neemt je zodanig in beslag dat je gedrag verandert. En niet alleen dat maar ook je stem, je houding en je gemoed . Dat je bloed sneller gaat stromen.

Shakespeare wist precies hoe dit werkt bij acteurs. Hamlet verwondert zich over de verbeelding van de toneelspelers die zojuist optraden. Lees hiernaast zijn relaas.

Sandford Meisner

Sanford Meisner (USA 1905 – 1997) acteur en toneelpedagoog ontwikkelde een acteerbenadering die nu bekend staat als de Meisner Acteertechniek. Meisner was acteur en medeoprichter van The Group Theatre, een  toonaangevend theatergezelschap. Rond 1930 zag deze groep “De meeuw” van Anton Tjechov. Dit was geregisseerd door de rus  Konstantin Stanislavski. Alle rollen, ook de kleine, werden zeer overtuigend, geloofwaardig en levensecht  neergezet. Dit was het begin van een grote ommezwaai in het Amerikaans acteren. Meisner en zijn collega acteurs experimenteerden met deze manier van acteren en zo ontwikkelden zij een methode om tot levensecht acteren te komen. Wat we vandaag de dag aan acteren zien op tv, film en toneel is het resultaat van die inspanning. Door een verschil in visie verliet Meisner de groep. Hij ontwikkelde een eigen effectieve en onorthodoxe acteermethode. De kern is dat menselijk gedrag ontstaat als reactie op een ander in een bepaalde situatie. Dit is waarom de acteur leert om vanuit het gedrag van zijn tegenspeler te werken.

 

 “Wat jij doet komt niet door jou; het komt door wat de andere persoon jou laat doen “.


Stanislavski 

Konstantin Stanislavski (Rusland 1863-1938) was regisseur van het Moskou Kunst Theater. In de voorafgaande periode werd er met grootse gebaren en veel stembuigingen geacteerd. Stanislavski zocht meer menselijkheid in de karakters en daarom ontwierp hij een methode om acteurs te trainen in geloofwaardig spel. Hij leert dat acteren beter en geloofwaardiger wordt als je speelbare keuzes maakt, in plaats van op hoe een tekst moet klinken. Met een speelbare keuze prikkel je innerlijke leven en dat creëert specifiek gedrag. Dit werkt krachtig als je keuze helder en simpel  is.  Een acteur wekt interesse bij zijn  publiek als hij weet waarover hij praat, alsof het een levend gebeuren is.  Hier een paar voorbeelden van keuzes, die ieder mens over de hele wereld herkend, van Parijs tot de hoogvlakte van Mongolië: ik wil een liefde in mijn leven, ik wil een carriëre, ik wil een gezin stichten, ik wil macht.

Je maakt een keuze  die;

De nieuwsgierige acteur 

“ . . . Nieuwsgierigheid naar je tegenspeler is een voorwaarde voor communicatie tussen acteurs. Op toneel is dit tien keer zo belangrijk dan in het echte  leven. Uitwisseling tussen personages is het bloed van theater. Geen enkele schrijver voert  personages op in een staat van bewusteloosheid, slapend of niet functionerend. Hij voert ook geen personages op die weigeren kennis te maken. Ook voert hij  geen mensen op hun  gedachten en gevoelens niet willen uitwisselen. Nee, het publiek wil  de gedachten volgen en de emoties meemaken van de mensen die in het stuk spelen.

Acteurs hebben van binnenuit een motivatie om hun gedachten en gevoelens te delen. Of een ander te overtuigen van iets waarin hij gelooft. De ander is nieuwsgierig en doet moeite om die gedachten in zich op te nemen. De toeschouwer is getuige van dit gesprek. In stilte neemt hij deel aan de uitwisseling en voelt zich sterk bij hun ervaringen betrokken. De acteurs  willen de aandacht van hun toeschouwer vasthouden en daarom  blijven ze constant nieuwsgierig naar de ander,  om hun uitwisseling gaande te houden”.

Konstantin Stanislavski

Maurice de Greef

“The person you are is a thousand times more interesting than the best actor you could ever hope to be.”

Konstantin Sergejevitsj Stanislavski (1863 – 1938) was naast acteur ook regisseur en theatertheoreticus. Al in zijn vroege jaren geïnteresseerd in het circus, poppenspel en ballet richtte hij zijn eigen toneelgezelschap op, waarmee hij jarenlang optrad. Gedurende zijn hele loopbaan was Stanislavski gericht bezig met zijn eigen ontwikkeling als acteur. Acteren was voor hem niet het spelen van een rol. Hij wilde het personage zo levensecht mogelijk weergeven en ging daarom actief op zoek naar eigen herinneringen en emoties die samenvielen met die van het personage. Hij legde de basis voor wat ‘Method acting’ zou gaan heten, een methode die veel Amerikaanse acteurs zich eigen hebben gemaakt.

De kracht van Stanislavski

De methode van Stanislavski bestond uit een aantal elementen (About.com, 2017), waardoor hij zich in zijn tijd (en nog steeds) wist te onderscheiden, waaronder:

Nieuwe dingen leren is ‘doorleven’

Stanislavski vindt dat je je een karakter niet zo maar kunt eigen maken. Je moet het karakter doorleven en je serieus afvragen waarom je handelingen op een bepaalde manier verbeeldt. Zelfs tijdens het spelen van een rol moet je je bewegingen en woorden overdenken. Je moet je heel erg bewust zijn wat je doet, om je een nieuwe rol eigen te maken en om te kunnen gaan met de bijbehorende emoties.

Of het nu om taal gaat, een techniek of een idee, leren is een intensief proces, waar je moeite voor moet doen. Ook in andere vormen van leren zijn observeren, reflecteren, oefenen en toepassen in de praktijk belangrijke pijlers. Net als het bewust zijn van je eigen motivatie en emoties die een rol spelen bij het leren van nieuwe dingen.